De vrijlating in het jubeljaar

Jan van Buren

Leviticus 25:8-17

Op reis naar het erfdeel

Vele jaren was het volk Israël in slavernij geweest in Egypte. Na een verblijf van ca. 400 jaar werden ze door God op een heel bijzondere manier gevrijwaard van het oordeel dat over het land Egypte kwam, en wel door te schuilen achter het bloed van het paaslam. Dit een beeld van de bekering en het geloof in het volbrachte werk van Christus, het Lam van God.

Daarna werden de Israëlieten bevrijd van de macht van de farao, die een beeld is van de overste van deze wereld. De Rode Zee scheidde hen voor altijd van Egypte. Hier zien we het beeld van de doop, het gestorven zijn met Christus. In het geloof gingen zij droogvoets door de zee, de farao en zijn leger echter verdronken. Onderweg in de woestijn, op de reis naar het Beloofde Land, kwamen er allerlei beproevingen op hen af. Deze beproevingen gebruikte God om hun eigen hart, en ook dat van Hemzelf, beter te leren kennen. Hij wilde hun leren voor honderd procent te leven door genade.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *